Zo kwam er toch nog een waardevol weetje voort uit de barre, frustrerende winterse omstandigheden: hoe William Goldman aan zijn titel kwam.
Nu ja, ik geef het toe: het was niet alleen maar frustrerend. Van de Rijnbandijk af sleeën en zelfs skiën, terwijl aan de andere kant het hoogwater tegen het dijklichaam klotst, dat had wel een surrealistische magie.
Maar toen begon een nieuwe lawine van afzeggingen en annuleringen. Voetbalwedstrijden, allá. Daar merk ik sowieso nooit iets van. Dat de Avri te elfder ure aankondigde dat ze het GFT niet komen ophalen morgen, daar valt omheen te werken. En dat de treinen niet rijden, dat zal in deze thuiswerktijden toch amper worden opgemerkt.
Maar tot slot e-mailde het schoolbestuur dat ze vanwege de sneeuw en de gladheid toch maar een dagje later open gaan. En laat me je vertellen: als je kinderen al vijf weken thuis zitten, een lockdown met avondklok gaande is, het hele gezin langzamerhand doldraait en het enige waar we ons op verheugen het heropenen van de scholen is… dan is ijsvrij géén reden voor vreugde.
Al gauw bereikten we in de familie-appgroep de consensus dat morgen tot Nationale Baaldag moest worden uitgeroepen. Met landelijke protesten. Inclusief barricades van hooibalen en erediensten voor Baäl (een kostelijke woordspeling).
Waarop ik me ineens afvroeg: wat was dat eigenlijk voor god, die Baäl?
En wat blijkt: Baäl was helemaal geen god! Althans niet op zichzelf. Baäl was ruim voor Christus, in het Midden-Oosten, gewoon een eretitel, vergelijkbaar met “Heer”, en op vergelijkbare manier gebruikt, om de lokale oppergod aan te duiden. Kanaänieten, Feniciërs, Arameeërs en de Carthagers hadden elk zo hun eigen Baälen, vernoemd naar een lokale plaats- of eigennaam. Baäl Hadad, bijvoorbeeld, of Baäl Melqart, of Baäl Moloch.
Of Baäl Zebub.
Ook bekend als Beëlzebub. Een van de zeven prinsen van de Hel. Vaak, maar strikt genomen onterecht, gebruikt als een andere naam voor Satan.
Nu lijken de geleerden ietwat verdeeld over de herkomst en betekenis van deze specifieke naam. Maar in de basis is er enige consensus: volgens de meesten was Baäl Zebul, te vertalen als “Heer van het Huis”, een godennaam, en hebben de Israëlitieten, die zichzelf qua religie toch wat verder geëvolueerd achtten, dat spottend verbasterd tot “Bäal Zebub“, wat met maar één letter verschil de betekenis verlaagt tot “Heer van de Vliegen”.
En toen viel er, decennia te laat voor mijn leeslijst Engels, een kwartje.
Lord of the Flies.
Zonder de sneeuw had ik dat nooit geweten.