Tag archieven: Het Echte Leven™

Eindsprint dag 1 – Alle begin is moeilijk

To Do is alles wat ik nog moet reviseren. In Progress had ik onderhanden toen ik vandaag stopte. Revised Draft is waarschijnlijk klaar maar moet ik wellicht nog op terugkomen. Final Draft blijf ik in principe verder van af, tenzij op basis van redactionele feedback.

De revisie-eindsprint van Kleinste kwaad begon vandaag met een hele moeilijke dag — overigens niet gerelateerd aan het proces. Ik had de dag al afgeschreven, toen ik in een wachtkamer toch nog kans zag de laptop open te klappen voor een uurtje werk. Hoewel ik numeriek dus achter lig op schema, heb ik gevoelsmatig een enorme overwinning behaald.

Wat bezielt Zorah om zich met deze zaak te gaan bemoeien? Zowel mijn proeflezers als mijn redacteur vroegen zich dat af. Ik weet het natuurlijk wel, dus de feedback betekende vooral dat ik dat beter op de pagina moest krijgen. Dat begint nu te lukken.

7.700 woorden gereviseerd (van In Progress en To Do naar Revised Draft), 2.100 nieuwe woorden onderhanden genomen (In Progress).

En zeer toepasselijk op de equinox: er zijn precies evenveel woorden áf (licht- + donkergroen) als nog te doen (oranje)!

Morgen meters maken!

Tijd voor de eindsprint

Kleinste kwaad zou op 11 mei verschijnen.

Ik had het allemaal zo perfect gepland.

Revisie is wat je overkomt als je andere plannen maakt.

Vrij naar John Lennon

I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.

Douglas Adams

Geen redactieplan overleeft het eerste contact met de redacteur.

Vrij naar Helmuth von Moltke

Per 1 juli was ik gestopt bij mijn vorige baan; pas na de Kerstvakantie zou ik bij mijn nieuwe baan beginnen*. Het halfjaar daartussen zou ik Kleinste kwaad afmaken. Voor de Kerst zou ik de wat mij betreft definitieve versie inleveren. Op 16 januari had ik redactie-overleg over Kleinste kwaad. Het laatste polijstwerk op basis van de feedback van mijn redacteur zou ik dan gewoon naast mijn nieuwe baan doen, zodat ik op mijn sokken de deadline van 1 februari zou halen voor publicatie op 11 mei.

Niet dus.

Heel Cruijffiaans is het voordeel van een Hele Goede Redacteur (want dat is mijn onvolprezen Roselinde Bouman) meteen een nadeel: een combinatie van liefde voor mijn boeken en mijn hoofdpersonen, de toewijding om het best mogelijke boek te willen publiceren, en vele uitstekende ideeën om dat laatste te bereiken.

Met andere woorden: polijsten? Zeg maar gerust beitelen! Renoveren! Verbouwen! Afbreken en met de brokstukken iets beters bouwen! Van de fundering af opnieuw beginnen!

Oké, nu overdrijf ik. Maar heel even, toen ik thuiskwam van dat redactie-overleg, voelde het wel zo. Hoe en vooral wanneer ging ik al dat werk doen dat uit de uitstekende ideeën van Roselinde volgde? Hoe ging ik de tijd vinden om dat allemaal naast mijn nieuwe baan doen en ook nog de deadline halen?

Het antwoord was natuurlijk: niet, dus.

Lang verhaal kort: mijn redacteur en uitgever konden leven met uitstel. Kleinste kwaad is nu gepland voor begin juli, en mijn deadline is even ver verschoven, naar 1 april. Om die deadline te halen heb ik de komende week, van 20-24 maart, vrij genomen voor het resterende benodigde revisiewerk.

De komende week ga ik hier nauwgezet bijhouden hoe het werk vordert. Aanmoedigende kreten slakend langs de kant staan met vlaggetjes, toeters en spandoeken is welkom!

Links: een grafische weergave  van hoe ver ik ben. To Do is alles wat ik nog moet reviseren. In Progress had ik onderhanden toen ik de vorige sessie stopte. Revised Draft is waarschijnlijk klaar maar moet ik wellicht nog op terugkomen. Final Draft blijf ik in principe verder van af, tenzij op basis van redactionele feedback.

Rechts drie lijstjes met redactionele aantekeningen en feedbackpunten van mijn proeflezers. Links de aantekeningen die ik nog moet verwerken (lijkt misschien weinig, maar ik heb de meest complexe ingrepen natuurlijk voor het laatst bewaard). In het midden het lijstje suggesties dat ik heb afgewezen. En rechts (en bevredigend lang) het lijstje punten dat ik al heb verwerkt.

PS: In ander nieuws krijgt Kleinste kwaad ook nog een andere cover. Ik ben dol op deze fraaie plaat, en heel gelukkig dat we als model de perfecte Sharon hadden gevonden (een van de ontvoerde kinderen in dit boek en tevens mijn favoriete hoofdpersoon). Maar op basis van feedback uit de boekhandel blijkt dat we beter af zijn met een ander ontwerp en een andere stijl. (Het goede nieuws is natuurlijk dat we binnenkort dus wéér een cover reveal kunnen doen!)


* Hoe bedoel je, 'leven van het schrijven'? Wat is dat voor vreemde nieuwlichterij?

Wat als?

Read the English version here.

Beste collega-man*,

Wat als het je zus is? Je dochter? Je vrouw of vriendin? Of laten we het voor het gemak hebben over je moeder, want die hebben we allemaal. Wat als het deze vrouwen zijn, vrouwen die jou persoonlijk dierbaar zijn, die in de kleedkamer van de voetbalclub op ranzige wijze over de tong gaan? Waarover je collega’s elkaar vragen met wie ze het liefst onder de douche zouden gaan**?

Wat als jouw puberdochter op straat wordt nagefloten? Als ze wordt nagelopen, ongewild aangesproken, niet met rust wordt gelaten als ze dat wanhopig vraagt? Als ze in de lift bij de billen of borsten wordt gepakt? Als haar stagebegeleider veel te dicht over haar heen hangt? Als ze elke training weer de erectie van haar trainer in haar rug voelt?

Wat als je zwager zich tegen haar wil aan je zus opdringt, omdat hij vindt dat het zijn huwelijkse recht is? Als haar leidinggevende bij het functioneringsgesprek ineens de deur op slot draait, zijn hand op haar blote knie legt, zijn mond op de hare duwt, zijn tong naar binnen dwingt? Als haar dansleraar seks eist als voorwaarde voor haar gedroomde succes?

Wat als hij het niet eist, maar met geweld neemt?

En wat als alle mannen er omheen horen, zien en zwijgen als de spreekwoordelijke aapjes? Als die de schouders ophalen, denken dat het geen kwaad kan, dat het er gewoon bij hoort, en dat je zus, dochter, vrouw, vriendin, moeder het misschien ook wel een beetje zelf heeft uitgelokt?

Wat zou je daarvan vinden?

Elke vrouw, elk meisje, is je zus, je dochter, je vrouw, je vriendin, je moeder. Het is altijd erg, niet alleen als het de vrouwen in jouw leven overkomt. Altijd. En voor verreweg de meeste vrouwen zijn deze vragen niet hypothetisch, maar dagelijkse, pijnlijke, vernederende realiteit.

En als je geen deel bent van de oplossing, ben je deel van het probleem. Als je die voetballer niet bent, die collega, die bouwvakker, die naloper, betaster, stagebegeleider of trainer, die partner, leidinggevende of dansleraar, dan ben je wel dat aapje.

Dus haal die harige handen van je mond.


* Deze brief is ook aan mijzelf.

** Dit gesprek heb ik meegemaakt op de werkvloer. Ik heb toen mijn harige handen op mijn mond gehouden. Nooit meer.

Mijn schrijfjaar 2021

In de jaren (wat zeg ik, decennia) dat ik droomde van mijn eerste boek*, had ik niet verwacht dat ik het jaar dat deze droom werkelijkheid werd zou afsluiten met vooral een gevoel van intense opluchting dat het voorbij is. Wat 2022 ook brengt, het heeft sowieso al een streepje voor omdat het niet 2021 is. Dat is de pijnlijke werkelijkheid, denk ik, van debuteren in een coronajaar. Nog los van de winkelsluiting, die het flink moeilijker maakte om mijn lezers te bereiken, bracht 2021 mij persoonlijk ook nog een covidinfectie, long covid en een burn-out.

Toch was het lang niet allemaal kommer en kwel. In tegendeel: er is op schrijfgebied veel goeds gebeurd vorig jaar. Daarom toch wel de traditionele jaarlijkse terugblik. Wat heeft 2021 mij als schrijver gebracht?

Ja, wat?

Mannen En Naveltruitjes

De Uitgelichte lezersbrief in Trouw van maandag 21 juni bewoog mij onmiddellijk tot een woedende reactie. De Trouw-redactie heeft er (gelukkig?) de scherpe randjes af geredigeerd en hem vervolgens integraal geplaatst, ook in de rubriek Uitgelicht. (Klik op de afbeelding om de brief te lezen.)

Dit bericht heeft op verschillende sociale media inmiddels vele reacties ontlokt, naast bijval ook veel protest en tegenwerpingen (uiteraard vooral van mannen). Een paar punten komen telkens weer terug, zo vaak dat het de moeite waard is om die onderaan dit bericht te benoemen.

Van vrouwen en meisjes verwachten dat ze zich minder uitdagend kleden voor het gemak en (godbetert!) de veiligheid van mannen? Dat is willens en wetens plaatsnemen bovenaan de glijbaan naar de burqa.

  • Ja, het zou deel moeten uitmaken van elke goede opvoeding om kinderen te leren dat ze zich met hun kleding moeten aanpassen aan de gelegenheid. Maar dat is een totaal andere discussie. Het gaat er nu over dat het meisje dat zich luchtig kleedt niet verantwoordelijk is voor het ongemak van degene die naar haar kijkt. Dat staat volkomen los van de vraag of de kleding gepast is.
    Bovendien is een discussie over gepaste kleding op school pas aan de orde als helder is wat ‘gepast’ in die context betekent, en daarover verschillen de meningen nogal.
  • Als de gewraakte kleding strijdig is met de kledingvoorschriften van de school, is er geen discussie. Dan is het een kwestie van handhaving van schoolregels. Maar ook dat staat volkomen los van het ongemak en (godbetert) de veiligheid van de docent die naar de meisjes staart.
    Wel moeten die kledingvoorschriften dan bekend, duidelijk en vooral redelijk en uitlegbaar zijn. Dit soort kledingvoorschiften lijken immers veelal zowel vooral gericht op, als gehandhaafd richting, meisjes. Een school moet zich afvragen welk doel met die kledingvoorschriften wordt gediend, en hoe redelijk en uitlegbaar ze zijn.

Was leuk bij Boekhandel Van Noord!

Een prettig gesprek bij Boekhandel Van Noord vanmorgen!

We spraken uiteraard over Klaverblad en waar het boek over gaat, over inspiratiebronnen en voorbeelden, hoe mijn eigen verleden in Amsterdam-Noord in het boek is doorgedrongen; en ook over hoe het is om als mannelijke schrijver een vrouwelijke hoofdpersoon te schrijven. (Spoiler alert: veel makkelijker dan me inleven in een gewetenloze crimineel.)

Het gesprek is live uitgezonden op Facebook, maar je kan het uiteraard ook terugkijken (helaas wel alleen op Facebook).

En ik heb een aantal exemplaren van Klaverblad gesigneerd, dus als je snel bent, kan je een gesigneerd exemplaar bestellen bij de winkel!

Primus Ballerinus

In Trouw van afgelopen zaterdag betoogde Rosita Steenbeek dat vrouwelijke vormen van beroepsnamen (politica, schrijfster) emancipatoir juist goed zijn: ze maken zichtbaar dat ook vrouwen deze beroepen uitoefenen, en zou daarmee de gelijkheid tussen man en vrouw versterken en acceptatie van vrouwen in traditioneel “mannelijke” beroepen bevorderen.

Ik begrijp de redenering van Steenbeek, maar kan het er om twee redenen niet mee eens zijn. In tegendeel: ik denk dat het handhaven van genderspecifieke beroepsnamen juist een averechts effect heeft, in elk geval op de lange termijn.

Welke twee redenen?

Waarom Kernenergie Kwaadaardig Is

Voorstanders van kernenergie claimen graag dat hun lievelingsenergiebron zo schoon is. Ik sta perplex van dat argument, niet perplex als retorisch middel, maar perplex in werkelijke, “ik-begrijp-er-niks-van”-zin. Schoon? Hoe bedoel je, schoon? Heb je hier wel voldoende over nagedacht? Ik kan geen menselijke activiteit bedenken die het predicaat ‘schoon’ minder verdient dan kernenergie.

Want in werkelijkheid zijn er drie onoverkomelijke problemen met kernenergie. Wees gerust, ik zal je niet vervelen met het risico van woestenij-makende ongelukken. Geen Tjsernobyl-verhalen van mij, dat beloof ik. (Al is het maar omdat Tsjernobyl, en Three Mile Island, en Fukushima zelf al voldoende argument zijn.)

De drie problemen met kernenergie zijn:

Lees verder…

Insectenadel

Zo kwam er toch nog een waardevol weetje voort uit de barre, frustrerende winterse omstandigheden: hoe William Goldman aan zijn titel kwam.

Nu ja, ik geef het toe: het was niet alleen maar frustrerend. Van de Rijnbandijk af sleeën en zelfs skiën, terwijl aan de andere kant het hoogwater tegen het dijklichaam klotst, dat had wel een surrealistische magie.

Maar toen begon een nieuwe lawine van afzeggingen en annuleringen. Voetbalwedstrijden, allá. Daar merk ik sowieso nooit iets van. Dat de Avri te elfder ure aankondigde dat ze het GFT niet komen ophalen morgen, daar valt omheen te werken. En dat de treinen niet rijden, dat zal in deze thuiswerktijden toch amper worden opgemerkt.

Maar tot slot e-mailde het schoolbestuur dat ze vanwege de sneeuw en de gladheid toch maar een dagje later open gaan. En laat me je vertellen: als je kinderen al vijf weken thuis zitten, een lockdown met avondklok gaande is, het hele gezin langzamerhand doldraait en het enige waar we ons op verheugen het heropenen van de scholen is… dan is ijsvrij géén reden voor vreugde.

Al gauw bereikten we in de familie-appgroep de consensus dat morgen tot Nationale Baaldag moest worden uitgeroepen. Met landelijke protesten. Inclusief barricades van hooibalen en erediensten voor Baäl (een kostelijke woordspeling).

Waarop ik me ineens afvroeg: wat was dat eigenlijk voor god, die Baäl?

En wat blijkt: Baäl was helemaal geen god! Althans niet op zichzelf. Baäl was ruim voor Christus, in het Midden-Oosten, gewoon een eretitel, vergelijkbaar met “Heer”, en op vergelijkbare manier gebruikt, om de lokale oppergod aan te duiden. Kanaänieten, Feniciërs, Arameeërs en de Carthagers hadden elk zo hun eigen Baälen, vernoemd naar een lokale plaats- of eigennaam. Baäl Hadad, bijvoorbeeld, of Baäl Melqart, of Baäl Moloch.

Of Baäl Zebub.

Ook bekend als Beëlzebub. Een van de zeven prinsen van de Hel. Vaak, maar strikt genomen onterecht, gebruikt als een andere naam voor Satan.

Nu lijken de geleerden ietwat verdeeld over de herkomst en betekenis van deze specifieke naam. Maar in de basis is er enige consensus: volgens de meesten was Baäl Zebul, te vertalen als “Heer van het Huis”, een godennaam, en hebben de Israëlitieten, die zichzelf qua religie toch wat verder geëvolueerd achtten, dat spottend verbasterd tot “Bäal Zebub“, wat met maar één letter verschil de betekenis verlaagt tot “Heer van de Vliegen”.

En toen viel er, decennia te laat voor mijn leeslijst Engels, een kwartje.

Lord of the Flies.

Zonder de sneeuw had ik dat nooit geweten.