Intelligente, meeslepende en complexe fantasy

Fantasy is een lastig genre. De trilogieën en langere reeksen worden elk jaar alleen maar dikker, en het lijkt wel of er maandelijks een nieuw subgenre wordt uitgevonden. Aan de andere kant voelen zowel de lezers als de uitgevers zich het veiligst op bekend terrein, waardoor ondanks alle ontwikkelingen de epische-fantasy-a-la-Tolkien het speelveld nog steeds domineert. Zowel internationaal als in ons eigen kleine taalgebied is het spelden in een hooiberg zoeken als je intelligentere fantasy wil lezen dan de oppervlakkige, eendimensionale epiek die gemeengoed is.

Gelukkig zijn er ook in ons eigen Nederland verrassende uitschieters naar boven. Boeken waarin complexiteit niet wordt geschuwd, waarin de wereldbouw doordacht en doorwrocht is, waar politieke, sociale en maatschappelijke verwikkelingen even belangrijk zijn als avonturen, queestes en magie. Een voorbeeld waar ik nog steeds blij van wordt is de Levend Zwart-bilogie (duologie?) van Paul Evanby, een tweetal ijzersterke romans (De Scrypturist en De Vloedvormer) die me nog steeds in vervoering kunnen brengen.

Met zijn eersteling Invocatie zet Jürgen Snoeren deze prille traditie van ambitieuze, complexe en verrassende Nederlandse fantasyromans krachtig voort. Invocatie is eigenlijk geen op zichzelf staand boek; wie dit eerste deel leest, kan daarna eigenlijk niet te lang wachten op deel twee van De Demon van Felswyck, dat in 2017 zal verschijnen. Maar de eerste helft van dit lange, complexe verhaal belooft heel veel goeds voor het vervolg.

In Invocatie maken we kennis met de bewoners, de politiek, de magie en de onrust in de stad Felswyck op het eiland Fels. Kleine crimineel Feri houdt zich bezig met diefstal, smokkel en heling en jaagt intussen op de Krafters, de magiegebruikers die ze op basis van haar verleden heeft leren haten. Osser speelt de rol van dubbelagent om te infiltreren in de opstand van de Felswegan tegen de Stamheer. Hun levens raken verweven als de opstand uit de hand loopt en een echte bedreiging lijkt te worden. Als ook nog een Krafter het bestaat om de Demon uit de titel van de reeks op te roepen, zijn de rapen gaar en volgen de verwikkelingen zich in rap tempo op.

Een van de sterkste punten van dit pakkende, uiterst leesbare boek is de sterke, zorgvuldige opbouw. Met het zelfvertrouwen van decennia in de boekenbranche neemt Snoeren de tijd om zijn wereld, zijn hoofdpersonen, hun relaties en de innig verweven maatschappelijke en politieke facties in beeld te brengen. Na het spectaculaire begin ontstaat er voor de ogen van de lezer een boeiende, geloofwaardige, ik zou haast zeggen realistische wereld, waar het clichématige goed en kwaad van de meeste fantasyromans hebben plaatsgemaakt voor een breed palet aan grijstinten. In Invocatie heeft iedereen zijn eigen, geloofwaardige motivatie. Als de situatie in Felswyck begint te escaleren, halverwege het eerste boek, zit je als lezer al diep in de wereld ondergedompeld, en is de rampspoed die volgt des te pakkender.

Die rustige opbouw is om nog een andere reden zo sterk. Telkens als de situatie verder uit de hand loopt, als er nóg grotere kwesties op het spel blijken te staan, als de reikwijdte van de gebeurtenissen in alle richtingen om zich heen blijkt te grijpen–zelfs ver het verleden in–heeft dat juist vanwege de zorgvuldige opbouw des te meer impact op de lezer, op de spanning in het boek. Het helpt daarbij dat Snoeren zijn hoofdpersonen dicht op de huid zit: je ontdekt als lezer samen met Feri en Osser wat er echt aan de hand is, in dezelfde stappen en gedachtensprongen als hen, en deelt daarmee in hun emotie.

Waar eerst de actualiteit van de opstand in Felswyck nog de focus van het verhaal vormt, blijkt al gauw met de introductie van de derde hoofdpersoon Isse, dochter en gedoodverfd opvolger van de Stamheer, dat er in het zuiden van Fels ook het een en ander broeit. En ook daar heeft Snoeren zowel voor de politieke onrust aandacht als voor een onheilspellende ondertoon van sinistere, magische gebeurtenissen. Met de komst van de Demon wordt het speelveld weer breder en onrustbarender. En zonder teveel te willen weggeven kan ik zeggen dat in de tweede helft van het boek de onthullingen en verbredingen van de plot mij tot verrukkelijke, geschokte Aha-Erlebnissen brachten.

Is het dan een perfect boek? Nee, natuurlijk niet. Zelfs voor een oude rot in het vak als Snoeren is dit als schrijver zijn eersteling. Sommige van de bijrollen lopen af en toe wat door elkaar en zijn voor de lezer lastig te onderscheiden. En de laatste paar wendingen aan het einde, waar de focus vrij abrupt verschuift van de stad Felswyck en het zuiden van Fels naar het noorden en zelfs het continent, brachten me bij het lezen in verwarring. In die fase van het boek had ik baat gehad bij meer afronding van spanningsbogen en plotlijnen.

Maar daarom zei ik aan het begin dat het niet zozeer een deel 1 is maar de eerste helft van een lang, ambitieus boek. Op basis van dit deel heb ik het volste vertrouwen dat deel twee de cyclus bevredigend gaat afronden, meer verrassingen en verwikkelingen zal brengen, meer zal laten zien van de pakkende karakters waar ik tijdens het lezen van ging houden, en hopelijk nog wat opmerkelijke karakters zal toevoegen aan de nu al rijke, afwisselende cast.

Het is al met al geen boek voor gemakzuchtige lezers, maar als je ervan houdt als je je aandacht goed bij een boek moet houden, beloont Invocatie je met een wereld, plot en cast die niet alleen verstrooien maar ook de hersens prikkelen.

Ik zou dit boek 3,5 sterren hebben gegeven, maar Hebban doet niet aan halfjes. En als ik dan moet kiezen, slaat de score zeker door naar de 4. Ik kan in elk geval niet wachten op het vervolg!