Wat als?

Read the English version here.

Beste collega-man*,

Wat als het je zus is? Je dochter? Je vrouw of vriendin? Of laten we het voor het gemak hebben over je moeder, want die hebben we allemaal. Wat als het deze vrouwen zijn, vrouwen die jou persoonlijk dierbaar zijn, die in de kleedkamer van de voetbalclub op ranzige wijze over de tong gaan? Waarover je collega’s elkaar vragen met wie ze het liefst onder de douche zouden gaan**?

Wat als jouw puberdochter op straat wordt nagefloten? Als ze wordt nagelopen, ongewild aangesproken, niet met rust wordt gelaten als ze dat wanhopig vraagt? Als ze in de lift bij de billen of borsten wordt gepakt? Als haar stagebegeleider veel te dicht over haar heen hangt? Als ze elke training weer de erectie van haar trainer in haar rug voelt?

Wat als je zwager zich tegen haar wil aan je zus opdringt, omdat hij vindt dat het zijn huwelijkse recht is? Als haar leidinggevende bij het functioneringsgesprek ineens de deur op slot draait, zijn hand op haar blote knie legt, zijn mond op de hare duwt, zijn tong naar binnen dwingt? Als haar dansleraar seks eist als voorwaarde voor haar gedroomde succes?

Wat als hij het niet eist, maar met geweld neemt?

En wat als alle mannen er omheen horen, zien en zwijgen als de spreekwoordelijke aapjes? Als die de schouders ophalen, denken dat het geen kwaad kan, dat het er gewoon bij hoort, en dat je zus, dochter, vrouw, vriendin, moeder het misschien ook wel een beetje zelf heeft uitgelokt?

Wat zou je daarvan vinden?

Elke vrouw, elk meisje, is je zus, je dochter, je vrouw, je vriendin, je moeder. Het is altijd erg, niet alleen als het de vrouwen in jouw leven overkomt. Altijd. En voor verreweg de meeste vrouwen zijn deze vragen niet hypothetisch, maar dagelijkse, pijnlijke, vernederende realiteit.

En als je geen deel bent van de oplossing, ben je deel van het probleem. Als je die voetballer niet bent, die collega, die bouwvakker, die naloper, betaster, stagebegeleider of trainer, die partner, leidinggevende of dansleraar, dan ben je wel dat aapje.

Dus haal die harige handen van je mond.


* Deze brief is ook aan mijzelf.

** Dit gesprek heb ik meegemaakt op de werkvloer. Ik heb toen mijn harige handen op mijn mond gehouden. Nooit meer.