Tag archieven: schrijven

Was leuk bij Boekhandel Van Noord!

Een prettig gesprek bij Boekhandel Van Noord vanmorgen!

We spraken uiteraard over Klaverblad en waar het boek over gaat, over inspiratiebronnen en voorbeelden, hoe mijn eigen verleden in Amsterdam-Noord in het boek is doorgedrongen; en ook over hoe het is om als mannelijke schrijver een vrouwelijke hoofdpersoon te schrijven. (Spoiler alert: veel makkelijker dan me inleven in een gewetenloze crimineel.)

Het gesprek is live uitgezonden op Facebook, maar je kan het uiteraard ook terugkijken (helaas wel alleen op Facebook).

En ik heb een aantal exemplaren van Klaverblad gesigneerd, dus als je snel bent, kan je een gesigneerd exemplaar bestellen bij de winkel!

Wiegelied in The Guide

Wiegelied gepubliceerd in The Guide

Vandaag verscheen mijn spannende verhaal Wiegelied in The Guide (editie 3 / 2020), the kwartaalglossy van Veronica Magazine. The Guide is verkrijgbaar in boekhandels, kiosken en online; abonnees van Veronica Magazine krijgen The Guide gratis.

Hoofdredacteur Debby Nobel noemt het een “exclusief horrorverhaal” van “een van de beste horrorschrijvers van Nederland”.

Lees hier alvast een voorproefje…

Een Droom Werd Werkelijkheid: Mijn Uitgever Heeft Mijn Thriller Gekocht

Zelfs de titel van dit blogbericht is een droom die werkelijkheid wordt: de woorden “mijn uitgever” kunnen gebruiken. Maar dit is meer dan dat.

Ik droom ervan om gepubliceerd auteur te zijn sinds ik voor het eerst begreep dat zoiets bestaat, dus zeker 40 jaar. Ik heb bijna twee decennia naar het realiseren van die droom toegewerkt. Ik heb zeventien jaar geleden mijn eerste korte verhaal verkocht, en nader nu de 35 gepubliceerde verhalen.

Minder dan vijf jaar geleden besloot ik om me aan het schrijven van een boek te wagen. Tweeëneenhalf jaar geleden rondde ik mijn eerste thriller af, met werktitel “Klaverblad”.

En toen?

Een wachtwoord voor mijn wachtwoord

Onderbroeken? Check! Tandenborstel? Check! Lekkere kazen en biertjes? Check! Microsoft Surface voor het broodnodige schrijf- en redigeerwerk? Check!

Vanmorgen om negen uur had ik mijn checklist al volledig afgewerkt voor de jubileumeditie van de Villa Diodati Expat Writers Workshop, die met editie 18 dit weekeinde haar tienjarig bestaan viert. Mijn koffertje stond klaar; mijn jas had ik al voor de grijp gelegd.

Gisteravond had ik zelfs mijn reistraject nog gecontroleerd en ontdekt dat mijn ICE niet in Köln zou kunnen stoppen; met één last-minute telefoontje naar NS International had ik mijn eerste overstap kunnen omboeken van Köln naar Frankfurt, en andere zitplaatsen kunnen reserveren.

Wat kon er nu nog misgaan?

Intelligente, meeslepende en complexe fantasy

Fantasy is een lastig genre. De trilogieën en langere reeksen worden elk jaar alleen maar dikker, en het lijkt wel of er maandelijks een nieuw subgenre wordt uitgevonden. Aan de andere kant voelen zowel de lezers als de uitgevers zich het veiligst op bekend terrein, waardoor ondanks alle ontwikkelingen de epische-fantasy-a-la-Tolkien het speelveld nog steeds domineert. Zowel internationaal als in ons eigen kleine taalgebied is het spelden in een hooiberg zoeken als je intelligentere fantasy wil lezen dan de oppervlakkige, eendimensionale epiek die gemeengoed is.

Gelukkig zijn er ook in ons eigen Nederland verrassende uitschieters naar boven. Boeken waarin complexiteit niet wordt geschuwd, waarin de wereldbouw doordacht en doorwrocht is, waar politieke, sociale en maatschappelijke verwikkelingen even belangrijk zijn als avonturen, queestes en magie. Een voorbeeld waar ik nog steeds blij van wordt is de Levend Zwart-bilogie (duologie?) van Paul Evanby, een tweetal ijzersterke romans (De Scrypturist en De Vloedvormer) die me nog steeds in vervoering kunnen brengen.

Alles goed en wel, maar wat vond je van Invocatie?

De Kunst Van Het Goed Zijn

Is het überhaupt mogelijk om goed te zijn in kunst?

Vorig jaar heb ik een zeer plezierige week doorgebracht in een hotel aan het strand, waar ik de training Inzicht en Invloed van Bureau Zuidema volgde. Om tegenwicht te bieden voor de emotioneel veeleisende, confronterende inhoud van de cursus als geheel, telde het programma van de laatste dag een oefening die nergens anders voor diende dan het genereren van een goed gevoel. De oefening bestond uit vijf minuten om voor de groep alles op te sommen wat je aan goede eigenschappen en positieve punten over jezelf kon bedenken*, waarna je mocht toehoren hoe de anderen beurtelings alle positieve dingen opsomden die zij van je hadden gezien. Het moge geen verrassing zijn dat iedereen zich na afloop van deze oefening erg goed voelde over zichzelf; het was immers niets meer of minder dan een bad van oprechte en onverwachte complimenten.

Toen het mijn beurt was, noemde ik als een van mijn positieve punten dat ik goed kan autorijden**.  Daarop reageerde medecursist Michael, een geweldige vent maar veel meer een motorrijdende, maximumsnelheid-verslindende, met-vier-biertjes-de-snelweg-opkunnende macho dan ik ooit zou kunnen zijn, zonder alle dédain uit zijn stem te kunnen filteren:

“Je kan je zeker heel goed aan de regels houden.”

Oei, wat gaf je daarop voor repliek?